lundi 13 juillet 2020

De v.t.t. (voltooid tegenwoordige tijd), het perfectum; le passé composé / de o.v.t. (onvoltooid verleden tijd), het imperfectum, het preteritum / oefening; exercice (1) / grammatica; grammaire / Nederlands; néerlandais

  • Emploi du passé composé / Gebruik van de v.t.t. (voltooid tegenwoordige tijd), gebruik van het perfectum
  • Emploi de l'imparfait, emploi du prétérit / Gebruik van de o.v.t. (onvoltooid verleden tijd), gebruik van het imperfectum (preteritum)
  • Exercice grammatical contextualisé / Grammatica-oefening in context, grammaticale oefening in context
  • Emploi des temps : différence de sens  / Gebruik van tijdsvormen : betekenisverschil
---------------
  Grammatica-oefening 
De v.t.t. (voltooid tegenwoordige tijd), het perfectum / de o.v.t. (onvoltooid verleden tijd), het imperfectum, het preteritum
Herhaling van het grammaticale gebruik : constatering vanaf het huidige moment + begin van het verhaal
Le passé composé / l'imparfait, le prétérit
Rappel de l'emploi grammatical : constatation à partir du moment présent + début du récit


Schrijf de cursief gedrukte zin in de v.t.t. (de voltooid tegenwoordige tijd, het perfectum) om het onderwerp van het tekstje in te leiden. Zet dan de overige werkwoorden in de o.v.t. (de onvoltooid verleden tijd, het imperfectum, het preteritum).

Écris la phrase en italique au passé composé pour introduire le sujet. Mets ensuite les autres verbes à l'imparfait (prétérit).

01) Ze  ....................  in de zomervakantie bij haar opa en oma  .................... (logeren). Ze  ..................... (vinden) het er geweldig. Ze  ....................  (mogen) elke dag kiezen wat ze  .....................  (willen) eten, ze  ....................  (mogen) lekker laat naar bed en ze  .................... (spelen) veel spelletjes.

woordenschat : geweldig : fantastique, formidable / kiezen : choisir

02) Gisteren  ....................  ze de hele middag  ....................  (wandelen). Onderweg  ....................  (lopen) ze door pittoreske dorpjes en  ....................  (ontmoeten) vriendelijke mensen die hun hond  ....................  (uitlaten).

woordenschat : onderweg : en chemin, en cours de route / zijn hond uitlaten : sortir son chien

03) Gisteravond  ....................  ik naar de bioscoop  .................... (gaan). Er  ....................  (zijn) veel mensen. En het  ....................  (zijn) erg warm in de zaal ! En het einde van de film  ....................  (vinden) erg saai ! Gelukkig  ....................  (zijn) je broer er ook. Na de film  ....................  (praten) we over onze toekomstplannen.

woordenschat : saai : ennuyeux / erg (= zeer) : très / de toekomstplannen : les projets (d'avenir)

04) We  ....................  vanmorgen naar het centrum van de stad  ..................... (zijn). We  ....................  (winkelen) in de voetgangerszone. En raad eens wie we daar  .................... (tegenkomen) ?

woordenschat : de voetgangerszone : la zone piétonne / raden : deviner / tegenkomen : rencontrer, croiser

05) Ik  .................... in december een zonnebril bij opticien Verduyn  ....................  (kopen). Ik  ....................  (zijn)  op zoek naar een sportiever model, want die  ....................  (moeten)  dienen om te gaan skiën. De verkoopster  .................... (laten) me meer dan voldoende modellen zien en  .................... (helpen) me bij mijn keuze. Ik  ....................  (vinden) het model waar ik al jaren lang van  ....................  (dromen).

woordenschat : op zoek naar : à la recherche de / dienen : servir (à) / voldoende : suffisamment / de keuze : le choix / dromen (van) : rêver (de)

---------------
 OPLOSSINGEN  SOLUTIONS 

01) Ze hebben in de zomervakantie bij opa en oma gelogeerd. Ze vonden het er geweldig. Ze mochten elke dag kiezen wat ze wilden eten, ze mochten lekker laat naar bed en ze speelden veel spelletjes.

02) Gisteren hebben ze de hele middag gewandeld. Onderweg liepen ze door pittoreske dorpjes en ontmoetten vriendelijke mensen die hun hond uitllieten.

03) Gisteravond ben ik naarde bioscoop gegaan. Er waren veel mensen. En het was erg warm in de zaal ! En het einde van de film vond ik erg saai ! Gelukkig was je broer er ook. Na de film praatten we over onze toekomstplannen.

04) We zijn vanmorgen naar het centrum van de stad geweest. We winkelden in de voetgangerszone. En raad eens wie we daar tegenkwamen ?

05) Ik heb in december een zonnebril bij opticien Verduyn gekocht. Ik was op zoek naar een wat sportiever model, want die moest dienen om te gaan skiën. De verkoopster liet me meer dan voldoende modellen zien en hielp me bij mijn keuze. Ik vond het model waar ik al jaren van droomde.
---------------
Doctissimo : Exercice : de v.t.t.; le passé composé & de o.v.t.; l'imparfait, le prétérit /
jpeg-formaat
Pinterest : Exercice : de v.t.t.; le passé composé & de o.v.t.; l'imparfait, le prétérit /
format JPEG
Oefening : De v.t.t.; le passé composé & de o.v.t.; l'imparfait, le prétérit / pdf-formaat

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire