samedi 31 octobre 2020

ALS / TOEN (onderschikkende voegwoorden; conjonctions de subordination) + o.v.t. (onvoltooid verleden tijd), imperfectum, preteritum ; imparfait, prétérit / grammatica-oefening; exercice de grammaire / Nederlands; néerlandais

  • Emploi de l'imparfait, emploi du prétérit / Gebruik van de o.v.t. (onvoltooid verleedeen tijd), gebruik van het imperfectum (preteritum)
  • Avec les conjonctions de subordination : ALS et TOEN / Met de onderschikkende voegwoorden (onderschikkende conjuncties, subordinerende conjuncties) : ALS en TOEN
  • Exercice grammatical / Grammaticale oefening
---------------
 Grammatica-oefening 
 De onderschikkende voegwoorden (de onderschikkende conjuncties, 
 de subordinerende conjuncties) : ALS en TOEN 
 
 Exercice grammaticale 
 Les conjonctions de subordination : ALS et TOEN 
 
Kies ALS of TOEN. Zet de werkwoorden (verba) in de o.v.t. (de onvoltooid verleden tijd = het imperfectum, het preteritum).
Choisis ALS ou TOEN. Mets les verbes à l'imparfait (au prétérit).
 
01) [..........] het  .................... (ophouden) met regenen,  ....................  (gaan) ze dadelijk in de tuin spelen
➛woordenschat : ophouden : s'arrêter, cesser / dadelijk : tout de suite, immédiatement
 
02) Het  ....................  (zijn) nog geen acht uur in de ochtend, [..........] iemand aan de deur  ....................  (kloppen).
 
03) [..........] ze elkaar op straat  ....................  (tegenkomen),  ....................  (maken) ze vaak een praatje.
➛woordenschat : elkaar tegenkomen : se rencontrer, se croiser / een praatje maken : faire un brin de causette
 
04) [..........] het  ....................  (ophouden) met regenen,  ....................  (gaan) ze telkens in de tuin spelen.
➛woordenschat : ophouden : s'arrêter, cesser / telkens : à chaque fois
 
05) [..........] ik plotseling  ....................  (binnenkomen),  ....................  (worden) hij helemaal rood.
➛woordenschat : plotseling : tout à coup, soudainement / rood worden : rougir
 
06) Ik  ....................  (zijn) heel jong, [..........] ik mijn eerste skateboard  .................... (krijgen).
 
07) [..........] ik klaar  ....................  (zijn) met de middelbare school,  ....................  (weten) ik eigenlijk nog helemaal niet wat ik  ....................  (willen) gaan studeren.
➛woordenschat : de middelbare school : l'école secondaire / eigenlijk : à vrai dire
 
08) [..........] we vakantie  ....................  (hebben),  ....................  (sporten) we elke dag om fit te blijven.
➛woordenschat : fit : en forme
 
09) [..........] ik met hem serieus  ....................  (willen) praten,  ....................  (doen) ik dat vaak in de garage.
➛woordenschat : vaak (= dikwijls) : souvent
 
10) Ons verdriet  ....................  (zijn) groot, [..........] we vorig jaar  ....................  (besluiten) naar Amersfoort te verhuizen.
➛woordenschat : het verdriet : le chagrin / besluiten : décider / verhuizen : déménager
---------------
OPLOSSINGEN  SOLUTIONS 
 
01) Toen het ophield met regenen, ging/gingen ze dadelijk in de tuin spelen.
02) Het was nog geen acht uur in de ochtend, toen iemand aan de deur klopte.
03) Als ze elkaar op straat tegenkwamen, maakten ze vaak een praatje.
04) Als het ophield met regenen, ging/gingen ze telkens in de tuin spelen.
05) Toen ik plotseling binnenkwam, werd hij helemaal rood.
06) Ik was heel jong, toen ik mijn eerste skateboard kreeg.
07) Toen ik klaar was met de middelbare school, wist ik eigenlijk nog helemaal niet wat ik wilde gaan studeren.
08) Als we vakantie hadden, sportten we elke dag om fit te blijven.
09) Als ik met hem serieus wilde praten, deed ik dat vaak in de garage.
10) Ons verdriet was groot, toen we vorig jaar besloten naar Amersfoort te verhuizen.
---------------
 Doctissimo : Oefening : ALS / TOEN (onderschikkende voegwoorden) + o.v.t. (imperfectum) /
jpeg-formaat
Pinterest : Exercice : ALS / TOEN (conjonctions de subordination) + imparfait, prétérit /
format JPEG
Oefening : ALS / TOEN (subordinerende conjuncties) + o.v.t. (imperfectum) /
pdf-formaat
 

mardi 13 octobre 2020

ALS (onderschikkend voegwoord; conjonction de subordination) + o.v.t. (onvoltooid verleden tijd), imperfectum, preteritum ; imparfait, prétérit / grammatica-oefening; exercice de grammaire / Nederlands; néerlandais

  • Emploi de l'imparfait, emploi du prétérit / Gebruik van de o.v.t. (onvoltooid verleden tijd), gebruik van het imperfectum (preteritum
  • Avec la conjonction de subordination : ALS / Met het onderschikkend(e) voegwoord (de onderschikkende conjunctie, de subordinerende conjunctie) : ALS
  • Exercice grammatical / Grammaticale oefening
---------------
 Grammatica-oefening
 Het onderschikkend(e) voegwoord (de onderschikkende conjunctie, 
 de subordinerende conjunctie) : ALS 
De o.v.t. (onvoltooid verleden tijd), het imperfetum, het preteritum
 
 Exercice de grammaire 
 La conjonction de subordination : ALS 
L'imparfait, le prétérit

 ALS 
Ter herinnering : uitdrukking van een herhaling of een gewoonte in het verleden [= telkens als, elke keer dat, elke keer als, iedere keer dat, iedere keer als]
Pour rappel : expression d'une action habituelle ou répétée dans le passé [= chaque fois que, toutes les fois que]
+
Gebruik van de o.v.t. (onvoltooid verleden tijd) of het imperfectum (preteritum)
Emploi de l'imparfait ou du prétérit

Zet de werkwoorden (verba) in de o.v.t. (de onvoltooid verleden tijd = het imperfectum, het preteritum).
Mets les verbes à l'imparfait (prétérit).

01) Wij  ....................  (doen) altijd heel veel samen en als het mooi weer  ....................  (zijn), ....................  (gaan) we er altijd opuit.
➛ woordenschat : eropuit gaan : sortir, partir, être de sortie

02) Als hij bij ons  ....................  (komen),  ....................  (brengen) hij altijd iets mee voor de kinderen.
➛ woordenschat : meebrengen : apporter
 
03) Als we  ...................  (denken) de oplossing te hebben gevonden,  ....................  er weer nieuwe problemen ....................  (opduiken).
➛ woordenschat : de oplossing : la solution / weer (= opnieuw) : à nouveau, de nouveau / opduiken : surgir, apparaître

04) Je  ....................  (staan) altijd voor haar klaar, als ze hulp nodig  ....................  (hebben).
➛ woordenschat : klaarstaan : être prêt, se tenir prêt, être disponible / iets nodig hebben : avoir besoin de quelque chose

05) Mijn konijnen  ....................  (zitten) altijd binnen, en alleen in de lente of in de zomer, als het niet te warm  ....................  (zijn),  ....................  (zitten) ze buiten.
➛ woordenschat : het konijn : le lapin / binnen zitten : être à l'intérieur, rester à l'intérieur / buiten zitten : être à l'extérieur, rester à l'extérieur

06) Mijn grootvader  .................... (sterven) in 2009. Ik  ....................  (bezoeken) hem vaak. Als hij over 'vroeger'  ....................  (vertellen),  ....................  (vinden) ik dat altijd erg leuk.
➛ woordenschat : sterven : mourir / vaak (= dikwijls) : souvent / vertellen : raconter / erg (= zeer, heel) : très

07) Elke ochtend, als ik de hond  ....................  (uitlaten),  .................... iedereen me  ....................  (aanspreken).
➛ woordenschat : de ochtend (= de morgen) : le matin / de hond uitlaten : sortir le chien / iemand aanspreken : parler à quelqu'un, adresser la parole à quelqu'un
 
08) Ik  .................... (krijgen) altijd honger, als ik dat kookboek  ....................  (lezen).
➛ woordenschat : de honger : la faim / het kookboek : le livre de cuisine

09) 's Morgens, als we  ....................  (opstaan),  .................... (zijn) de ruiten van onze slaapkamer bedekt met ijsbloemen.
➛ woordenschat : opstaan : se lever / de ruit : la vitre / bedekt : (re)couvert / de ijsbloemen : les arborisations de givre, les fleurs de givre

10) Hij  ....................  (zijn) een sterke man, maar als hij dit liedje  ....................  (horen), ....................  hij steeds in tranen  .................... (uitbarsten).
➛ woordenschat : het liedje : la chanson / in tranen uitbarsten : fondre en larmes
----------------
OPLOSSINGEN  SOLUTIONS 

01) Wij deden altijd veel samen en als het mooi weer was, gingen we er altijd opuit.
02) Als hij bij ons kwam, bracht hij altijd iets mee voor de kinderen.
03) Als we dachten de oplossing te hebben gevonden, doken er weer nieuwe problemen op.
04) Je stond altijd voor haar klaar, als ze hulp nodig had.
05) Mijn konijnen zaten altijd binnen, en alleen in de lente of in de zomer, als het niet te warm was, zaten ze buiten.
06) Mijn grootvader stierf in 2009. Ik bezocht hem vaak. Als hij over 'vroeger' vertelde, vond ik dat altijd heel leuk.
07) Elke ochtend, als ik de hond uitliet, sprak iedereen me aan.
08) Ik kreeg altijd honger, als ik dat kookboek las.
09) 's Morgens, als we opstonden, waren de ruiten van onze slaapkamer bedekt met ijsbloemen.
10) Hij was een sterke man, maar als hij dit liedje hoorde, barstte hij steeds in tranen uit.
---------------
Pinterest : Oefening : ALS (onderschikkend voegwoord) + o.v.t., imperfectum /
jpeg-formaat
Doctissimo : ALS (conjonction de suboridination) + imparfait /
format JPEG
ALS (onderschikkend voegwoord, subordinerende conjunctie) + o.v.t., imperfectum /
pdf-formaat

lundi 21 septembre 2020

TOEN (onderschikkend voegwoord; conjonction de subordination) + o.v.t. (onvoltooid verleden tijd), imperfectum, preteritum ; imparfait, prétérit / grammatica-oefening; exercice de grammaire / Nederlands; néerlandais

  • Emploi de l'imparfait, emploi du prétérit / Gebruik van de o.v.t. (onvoltooid verleden tijd), gebruik van het imperfectum (preteritum)
  • Avec la conjonction de subordination : TOEN / Met het onderschikkend(e) voegwoord (de onderschikkende conjunctie, de subordinerende conjunctie) : TOEN
  • Exercice grammatical / Grammaticale oefening
 ---------------
 Grammatica-oefening 
 Het onderschikken(e) voegwoord (de onderschikkende conjunctie, 
 de subordinerende conjunctie) : TOEN 
De o.v.t. (onvoltooid verleden tijd), het imperfectum, het preteritum

 Exercice grammatical 
 La conjonction de subordination : TOEN 
L'imparfait, le prétérit

 TOEN 
 
Ter herinnering : handeling ➺ 1 keer in het verleden
Pour rappel : action ➺ 1 fois dans le passé
 
Zet de werkwoorden (verba) in de o.v.t. (de onvoltooid verleden tijd = het imperfectum, het preteritum).
Mets les verbes à l'imparfait (au prétérit).
 
01) Ik  ....................  (zijn) op weg naar uw huis, toen ik uw broer  ....................  (ontmoeten).
➛ woordenschat : ontmoeten : rencontrer
 
02) Toen we in de eetzaal  ....................  (aankomen),  ....................  (staan) alles klaar.
➛ woordenschat : de eetzaal : le réfectoire, la cantine 
 
03) Toen het negen uur  ....................  (worden),  ....................  ik eindelijk .................... (weggaan).
➛ woordenschat : eindelijk : finalement / weggaan : partir
 
04) Toen ze vorig jaar in Amsterdam  ....................  (zijn), ....................  (bezoeken) ze het Rijksmuseum.
➛ woordenschat : vorig jaar : l'année dernière, l'année passée / bezoeken : visiter
 
05) Het  .................... (sneeuwen) veel, toen het schip de haven  .................... (verlaten).
➛ woordenschat : sneeuwen : neiger / het schip : le bateau / de haven : le port / verlaten : quitter
 
06) Toen ik je dat boek  .................... (geven),  ....................  (weten) ik niet dat je het al  ....................  (hebben).
➛ woordenschat : weten : savoir / al : déjà

07) Juist toen ik in de trein  ....................  (stappen),  ....................  (roepen) iemand mij.
➛ woordenschat : stappen (in) : monter (dans) / roepen : appeler / iemand : quelqu'un

08) Hij  .................... (zijn) zo depressief, toen we hem voor het eerst  ....................  (zien).
➛ woordenschat : voor het eerst : pour la première fois

09) Ze  ....................  (verliezen) haar trouwring, toen ze haar vakantie in Rome ....................  (doorbrengen).
➛ woordenschat : verliezen : perdre / de trouwring : l'alliance / (zijn vakantie) doorbrengen : passer (ses vacances)

10) Toen het  ....................  (beginnen) te regenen,  .................... (vluchten) iedereen naar binnen.
➛ woordenschat : naar binnen vluchten : se précipiter à l'intérieur
----------------
OPLOSSINGEN  SOLUTIONS 
 
01) Ik was op weg naar uw huis, toen ik uw broer ontmoette.
02) Toen we in de eetzaal aankwamen, stond alles klaar.
03) Toen het negen uur werd, ging ik eindelijk weg.
04) Toen ze vorig jaar in Amsterdam was/waren, bezocht/bezochten ze het Rijksmuseum.
05) Het sneeuwde veel, toen het schip de haven verliet.
06) Toen ik je dat boek gaf, wist ik niet dat je het al had.
07) Juist toen ik in de trein stapte, riep iemand mij.
08) Hij was zo depressief, toen we hem voor het eerst zagen.
09) Ze verloor haar trouwring, toen ze haar vakantie in Rome doorbracht.
10) Toen het begon te regenen, vluchtte iedereen naar binnen.
---------------
Doctissimo : Oefening : TOEN (onderschikkend voegwoord) + o.v.t., imperfectum /
jpeg-formaat
Pinterest : Oefening : TOEN (conjonction de subordination) + imparfait, prétérit /
format JPEG
Oefening : TOEN (onderschikkend voegwoord) + o.v.t., imperfectum /
pdf-formaat

mardi 18 août 2020

De o.v.t. (onvoltooid verleden tijd), het imperfectum, het preteritum; l'imparfait, le prétérit + bijwoorden, adverbia; adverbes : net, pas, juist / grammaticale oefening; exercice grammatical (4) / Nederlands; néerlandais

  • Emploi de l'imparfait (prétérit) / Gebruik van de o.v.t. (onvoltooid verleden tijd), gebruik van het imperfectum (preteritum)
  • Le passé récent / Het nabije verleden
  • Adverbes : zojuist, daarnet, zo-even, zopas, zonet, daarjuist / Bijwoorden, adverbia : zojuist, daarnet, zo-even, zopas, zonet, daarjuist
  • Exercice de grammaire / Gramatica-oefening
  • Conjugaison / Vervoeging, conjugatie
---------------
 Grammaticale oefening  Exercice grammatical 

 De o.v.t. (onvoltooid verleden tijd), het imperfectum, het preteritum 
 L'imparfait, le prétérit 

+ bijwoorden, adverbia; adverbes :
zojuist, daarnet, zo-even, zopas, zonet, daarjuist

Ter herinnering : het nabije verleden kan soms uitgedrukt worden door de o.v.t. (onvoltooid verleden tijd) of het imperfectum (preteritum)
Pour rappel : le passé récent peut parfois s'exprimer à l'aide de l'imparfait (prétérit)

Zet de werkwoorden (verba) in de o.v.t. (de onvoltooid verleden tijd = het imperfectum, het preteritum).
Mets les verbes à l'imparfait (au prétérit).

01) Wij  ....................  (kopen) zojuist een bankstel bij Europa Meubel en daar zijn we erg blij mee !
➛ woordenschat : het bandstel : le salon / erg (= zeer) : très / blij (met) : content (de)

02) Waar is mijn bril ? Daarnet  ....................  (hebben) ik hem nog !
➛ woordenschat : de bril : les lunettes

03) Zojuist  ....................  (vernemen) wij het overlijden van uw broer.
➛ woordenschat : vernemen : apprendre / het overlijden : le décès

04) Ze  .................... (zeggen) het me daarnet.

05) Zoals hij zo-even  ....................  (vertellen), is er nog geen contract getekend.
➛ woordenschat : vertellen : raconter / tekenen : signer

06) U  ....................  (zeggen) daarnet dat we daarop moeten letten.
➛ woordenschat : letten (op) : faire attention (à)

07) De inspecteur  ....................  zojuist  .................... (uitleggen) dat het onderzoek nog gaande is.
➛ woordenschat : uitleggen : expliquer / het onderzoek : l'enquête / gaande zijn : être en train de se faire, être en cours, suivre son cours

08) Hij  ....................  zopas  ....................  (bekendmaken) dat hij uit de politiek stapt.
➛ woordenschat : bekendmaken : annoncer, faire savoir / uit de politiek stappen : quitter la politique

09) Is dat de man die zonet aan de deur  ....................  (aanbellen) ?
➛ woordenschat : aanbellen : sonner à la porte (de quelqu'un)

10) Dat is de nieuwe brochure waarover u daarjuist  ....................  (spreken).

OPLOSSINGEN  SOLUTIONS 

01) Wij kochten zojuist een bankstel bij Europa Meubel en daar zij we erg blij mee ! [Nous venons d'acheter un salon et nous en sommes très contents.]
02) Waar is mijn bril ? Daarnet had ik hem nog ! [Où sont mes lunettes ? Je viens de les avoir en main !]
03) Zojuist vernamen wij het overlijden van uw broer. [Nous venons d'apprendre le décès de votre frère.]
04) Ze zei / zeiden het me daarnet. [Elle vient / Ils viennent / Elles viennent de me le dire.]
05) Zoals hij zo-even vertelde, is er nog geen contract getekend. [Comme il vient de le dire, il n'y a pas encore de contrat signé.]
06) U zei daarnet dat we daarop moeten letten. [Vous venez de dire que nous devons faire attention à cela.]
07) De inspecteur legde zojuist uit dat het onderzoek nog gaande is. [L'inspecteur vient de nous expliquer que l'affaire est encore en cours.]
08) Hij maakte zopas bekend dat hij uit de politiek stapt. [Il vient d'annoncer qu'il quitte la politique.]
09) Is dat de man die zonet aan de deur aanbelde ? [Est-ce l'homme qui vient de sonner à la porte ?]
10) Dat is de nieuwe brochure waarover u daarjuist sprak. [C'est la nouvelle brochure dont vous venez de parler.]
---------------
Pinterest : Oefening : de o.v.t., het imperfectum, het preteritum + bijwoorden, adverbia :
net, pas, juist / jpeg-formaat
Doctissimo : Exercice : l'imparfait, le prétérit + adverbes : net, pas, juist / format JPEG
Oefening : de o.v.t, het imperfectum, het preteritum + bijwoorden, adverbia :
net, pas, juist / pdf-formaat

mercredi 12 août 2020

De v.t.t. (voltooid tegenwoordige tijd), het perfectum; le passé composé / de o.v.t. (onvoltooid verleden tijd), het imperfectum, het preteritum / oefening; exercice (3) / grammatica; grammaire / Nederlands; néerlandais

  • Emploi du passé composé / Gebruik van de v.t.t. (voltooid tegenwoordige tijd), gebruik van het perfectum
  • Effet ou résultat dans le moment présent / Werking of resultaat op het tegenwoordige ogenblik
  • Exercice grammatical / Grammatica-oefening
  • Formation du participe passé / Vorming van het voltooid deelwoord, vorming van het participium
---------------
 Grammatica-oefening  Exercice de grammaire 

 De v.t.t. (voltooid tegenwoordige tijd), het perfectum 
Herhaling van de grammaticale regel : werking of resultaat op het tegenwoordige ogenblik

 Le passé composé 
Rappel de la règle grammaticale : effet ou résultat dans le moment présent

Zet de werkwoorden (verba) in de v.t.t. (de voltooid tegenwoordige tijd = het perfectum).
Mets les verbes au passé composé.

01) Ik  ....................  de film  ....................  (zien), maar ik herinner me het einde niet meer.
➛ woordenschat : zich herinneren : se souvenir, se rappeler

02) Ik  ....................  de krant  ....................  (lezen), nu ga ik aan mijn werk beginnen.
➛ woordenschat : de krant : le journal

03) Hij  ....................  de hele dag  ....................  (fietsen). Hij wil even uitrusten en nog lekker genieten van de zon.
➛ woordenschat : uitrusten : se reposer / genieten (van) : profiter (de)

04) Ik  ....................  nu genoeg  ......................  (eten).

05) De leerling kent zijn les niet goed omdat hij  ....................  ....................  (zijn).

06) Ik  ....................  vanmorgen al één hoofdstuk  ....................  (leren). Het is tijd voor een pauze !
➛ woordenschat : het hoofdstuk : le chapitre

07) Ik  ....................  hem  ....................  (bellen). Hij is op komst !
➛ woordenschat : op komst zijn : devoir arriver d'un moment à l'autre, être sur le point d'arriver

08) Mevrouw Kok is zeer ongerust omdat haar dochter  ....................  in de stad  ....................  (gaan) winkelen, maar is nog steeds niet terug.
➛ woordenschat : ongerust : inquiet / winkelen : faire du lèche-vitrine(s), faire du shopping

09) Ze  ....................  twee jaar geleden in Amsterdam  ....................  (wonen), maar  ....................  nog nooit bij Madame Tussauds  ....................  (zijn). Daar zou ze graag nog een keer naartoe willen gaan.
➛ woordenschat : Madame Tussauds = het Museum Madame Tussaud [wassenbeeldmuseum : musée de cire]

10) Sinds een week  ....................  je geen enkele sigaret  ....................  (roken). Je moet volhouden !
➛ woordenschat : volhousen : tenir le coup, persévérer
---------------

OPLOSSINGEN  /  SOLUTIONS 

01) Ik heb de film gezien, maar ik herinner me het einde niet meer.
02) Ik heb de krant gelezen, nu ga ik aan mijn werk beginnen.
03) Hij heeft de hele dag gefietst. Hij wil even uitrusten en nog lekker genieten van de zon.
04) Ik heb nu genoeg gegeten.
05) De leerling kent zijn les niet omdat hij ziek geweest is / is geweest.
06) Ik heb vanmorgen al één hoofdstuk geleerd. Het is tijd voor een pauze !
07) Ik heb hem gebeld. Hij is op komst !
08) Mevrouw Kok is zeer ongerust want haar dochter is in de stad gaan winkelen, maar is nogs steeds niet terug.
09) Ze heeft twee jaar geleden in Amsterdam gewoond, maar is nog nooit bij Madame Tussauds geweest. Daar zou ze graag nog een keer naartoe willen gaan.
10) Sinds een week heb je geen enkele sigaret gerookt. Je moet volhouden !
---------------
Pinterest : Oefening : de v.t.t., het perfectum; le passé composé / format JPEG
Doctissimo : Exercice : de v.t.t., het perfectum; le passé composé /jpeg-formaat
Oefening : de v.t.t., het perfectum; le passé composé / format PDF

lundi 3 août 2020

De o.t.t. (onvoltooid tegenwoordige tijd), het presens; le présent, l'indicatif présent + bijwoorden, adverbia; adverbes : net, pas, juist / grammatica-oefening; exercice de grammaire (3) / Nederlands; néerlandais

  • Emploi du présent, emploi de l'indicatif présent (présent de l'indicatif) / Gebruik van de o.t.t. (onvoltooid tegenwoordige tijd), gebruik van het presens
  • Adverbes : pas, net, daarjuist, zojuist / Bijwoorden, adverbia : pas, net, daarjuist, zojuist
  • Exercice grammatical / Grammatica-oefening
  • Conjugaison / Vervoeging, conjugatie
---------------
 Grammatica-oefening  Exercice de grammaire 

 De o.t.t. (onvoltooid tegenwoordige tijd), het presens  Le présent, l'indicatif présent 

+ bijwoorden, adverbia / adverbes :
pas, net, daarjuist, zojuist 

Ter herinnering : het nabije verleden kan soms uitgedrukt worden door de o.t.t. (onvoltooid tegenwoordige tijd) of het presens
Pour rappel : le passé récent peut parfois s'exprimer à l'aide du présent.

Zet de werkwoorden (verba) in de o.t.t. (de onvoltooid tegenwoordige tijd = het presens).
Mets les verbes au présent.

01) Ik  ....................  (horen) daarjuist dat de trein gederailleerd is.
➛ woordenschat : horen : apprendre, entendre dire

02) Ik  ....................  (realiseren) me zojuist dat ik geen echte vrienden meer  ....................  (hebben).
➛ woordenschat : zich realiseren : se rendre compte (de), réaliser / echt : vrai

03) Je  ....................  (zeggen) net het tegenovergestelde !
➛ woordenschat : het tegenovergestelde : le contraire

04) De politie  ....................  zojuist  ...................  (bekendmaken) dat het slachtoffer een 42-jarige man uit Delft  ....................  (zijn).
➛ woordenschat : bekendmaken : annoncer / het slachtoffer : la victime

05) Ze  ....................  (begrijpen) pas dat haar collega oneerlijk  ....................  (zijn).
➛ woordenschat : oneerlijk : malhonnête

06) We  ....................  (horen) net dat hij een ongeluk heeft gehad.
➛ woordenschat : het ongeluk : l'accident

07) Het  ....................  (zijn) een heel ander verhaal dan wat jij zojuist  ....................  (beweren) !
➛ woordenschat : het verhaal : l'histoire / beweren : prétendre

08) Ik  ....................  (vernemen) pas dat de twee tennisspeelsters binnenkort een wedstrijd tegen elkaar zullen spelen.
➛ woordenschat : vernemen : apprendre / binnenkort : prochainement / de wedstrijd : le match, la rencontre
---------------
OPLOSSINGEN  SOLUTIONS 

01) Ik hoor daarjuist dat de trein gederaillerd is. [Je viens d'apprendre que le train a déraillé.]
02) Ik realiseer me zojuist dat ik geen echte vrienden meer heb. [Je viens de réaliser que je n'ai plus de vrais amis.]
03) Je zegt net het tegenovergestelde ! [Tu viens de dire le contraire !]
04) De politie maakt zojuist bekend dat het slachtoffer een 42-jarige man uit Delft is. [La police vient d'annoncer que la victime est un homme de 42 ans, originaire de Delft.]
05) Ze begrijpt pas dat haar collega oneerlijk is. [Elle vient de comprendre que son collègue est malhonnête.]
06) We horen net dat hij een ongeluk heeft gehad. [Nous venons d'apprendre qu'il a eu un accident.]
07) Het is een heel ander verhaal dan wat jij zojuist beweert ! [C'est une tout autre histoire que ce que tu viens de prétendre !]
08) Ik verneem pas dat de twee tennisspeelsters binnenkort een wedstrijd tegen elkaar zullen spelen. [Je viens d'apprendre que les deux joueuses de tennis joueront prochainement un match l'une contre l'autre.]
---------------
Pinterest : Oefening : de o.t.t., het presens + bijwoorden : net, pas, juist / jpeg-formaat
Doctissimo : Exercice : indicatif présent + adverbes : net, pas, juist / format JPEG
Oefening : de o.t.t., het presens + bijwoorden : net, pas, juist / pdf-formaat

mardi 21 juillet 2020

De v.t.t. (voltooid tegenwoordige tijd), het perfectum; le passé composé + bijwoorden, adverbia; adverbes : net, pas, juist / grammatica-oefening; exercice de grammaire (2) / Nederlands; néerlandais

  • Emploi du passé composé / Gebruik van de v.t.t. (voltooid tegenwoordige tijd), gebruik van het perfectum
  • Adverbes : net, pas, juist, daarnet, zopas, daarjuist, zo-even, daareven, zonet, daarstraks / Bijwoorden, adverbia : net, pas, juist, daarnet, zopas, daarjuist, zo-even, daareven, zonet, daarstraks
  • Exercice grammatical / Grammaticale oefening
  • Formation du participe passé / Vorming van het voltooid deelwoord, vorming van het participium
---------------
 Grammatica-oefening  Exercice grammatical 

 De v.t.t. (voltooid tegenwoordige tijd), het perfectum  Le passé composé 

+ bijwoorden, adverbia / adverbes :
net, pas, juist, daarnet, zopas, daarjuist, zo-even, daareven, zonet, daarstraks

Zet de werkwoorden (verba) in de v.t.t. (de voltooid tegenwoordige tijd = het perfectum).
Mets les verbes au passé composé.

01) Wij hebben  ....................  het slechte nieuws juist  .................... . (vernemen)
➛ woordenschat : vernemen : apprendre

02) Ze  ....................  hier net  .................... . (schoonmaken)
➛ woordenschat : schoonmaken : nettoyer

03) De politie  ....................  hem pas  ....................  wegens diefstal van een auto. (arresteren)
➛ woordenschat : de diefstal : le vol

04) Hij  ....................  daareven  .................... . (uitgaan)

05) Uw bestelling  ....................  zonet  .................... . (binnekomen)
➛ woordenschat : binnenkomen : rentrer, arriver

06) Ik  ....................  me zopas ronduit belachelijk  ..................... .
➛ woordenschat : ronduit : franchement, ouvertement / belachelijk maken : ridiculiser

07) Mijn man  ....................  daarstraks zijn tas op het station  ....................  liggen. (laten)

08) We  ....................  zo-even een telefoontje  .....................  van onze grootmoeder uit Gent. (krijgen)

09) Ik  ....................  daarjuist het hele verhaal  .................... . (horen)
➛ woordenschat : het verhaal : l'histoire

10) Daarnet  ....................  ik een sms'je  ....................  naar mijn vriend. (sturen)
➛ woordenschat : sturen : envoyer
---------------
OPLOSSINGEN  SOLUTIONS 

01) Wij hebben het slechte nieuws juist vernomen.
02) Ze heeft/hebben hier net schoongemaakt.
03) De politie heeft hem pas gearresteerd wegens diefstal van een auto.
04) Hij is daareven uitgegaan.
05) Uw bestelling is zonet binnengekomen.
06) Ik heb me zopas ronduit belachelijk gemaakt.
07) Mijn man heeft daarstraks zijn tas op het station laten liggen.
08) We hebben zo-even een telefoontje gekregen van onze grootmoder uit Gent.
09) Ik heb daarjuist het hele verhaal gehoord.
10) Daarnet heb ik een sms'je gestuurd naar mijn vriend.
---------------
Pinterest : Oefening : de v.t.t., het perfectum + bijwoorden : net, pas, juist / jpeg-formaat
Doctissimo : Exercice : le passé composé + adverbes : net, pas, juist / format JPEG
Exercice : le passé composé + adverbes : net, pas, juist / format PDF

lundi 20 juillet 2020

De v.t.t. (voltooid tegenwoordige tijd), het perfectum; le passé composé + bijwoorden, adverbia; adverbes : net, pas, juist / grammatica-oefening; exercice de grammaire (1) / Nederlands; néerlandais

  • Emploi du passé composé / Gebruik van de v.t.t. (voltooid tegenwoordige tijd), gebruik van het perfectum
  • Adverbes : net, pas, juist, daarnet, zojuist, zopas, daarjuist, zo-even, zonet / Bijwoorden, adverbia : net, pas, juist, daarnet, zojuist, zopas, daarjuist, zo-even, zonet
  • Exercice grammatical / Grammatica-oefening
  • Formation du participe passé / Vorming van het voltooid deelwoord, vorming van het participium
---------------
 Grammatica-oefening  Exercice grammatical 

 De v.t.t. (voltooid tegenwoordige tijd), het perfectum  Le passé composé 

+ bijwoorden, adverbia / adverbes :
net, pas, juist, daarnet, zojuist, zopas, daarjuist, zo-even, zonet

Zet de werkwoorden (verba) in de v.t.t. (de voltooid tegenwoordige tijd = het perfectum.
Mets les verbes au passé composé.

01) Ik  ....................  net  ....................  op zijn antwoord. (reageren)

02) Ze  ....................  pas  .................... . (aankomen)

03) Wij  ....................  haar juist  .................... . (redden)
➛ woordenschat : redden : sauver

04) Dat boek  ....................  pas  .................... . (verschijnen)
➛ woordenschat : verschijnen : paraître

05) Ik  ....................  daarnet een pizza  .................... . (eten)

06) Ze  ....................  me zojuist  .................... . (bellen)
➛ woordenschat : bellen : téléphoner, sonner

07) De arbeiders  ....................  zopas  ....................  met de renovatie van de jeugdherberg.(beginnen)
➛ woordenschat : de arbeider : l'ouvrier / de jeugdherberg : l'auberge de jeunesse

08) Hij  ....................  daarjuist twee mooie vissen  .................... . (vangen)
➛ woordenschat : vangen : attraper

09) Ze  ....................  zo-even  ....................  (zeggen) dat het probleem inmiddels opgelost is.
➛ woordenschat : inmiddels : entre-temps / oplossen : résoudre

10) Ze  ....................  zonet haar vrienden en vriendinnen  .................... . (begroeten)
➛ woordenschat : begroeten : saluer
---------------
OPLOSSINGEN  SOLUTIONS 

01) Ik heb net op zijn antwoord gereageerd.
02) Ze is/zijn pas aangekomen.
03) Wij hebben haar juist gered.
04) Dat boek is pas verschenen.
05) Ik heb daarnet een pizza gegeten.
06) Ze heeft/hebben me zojuist gebeld.
07) De arbeiders zijn zopas begonnen met de renovatie van de jeugdherberg.
08) Hij heeft daarjuist twee mooie  vissen gevangen.
09) Ze heeft/hebben zo-even gezegd dat het probleem inmiddels opgelst is.
10) Ze heeft zonet haar vrienden en vriendinnen begroet.
---------------
Pinterest : Oefening : de v.t.t., het perfectum + bijwoorden : net, pas, juist / jpeg-formaat
Doctissimo : Exercice : le passé composé + adverbes : net, pas, juist / format JPEG
De v.t.t., het perfectum + bijwoorden : net, pas, juist / pdf-formaat