- Emploi du passé composé / Gebruik van de v.t.t. (voltooid tegenwoordige tijd), gebruik van het perfectum
- Adverbes : net, pas, juist, daarnet, zojuist, zopas, daarjuist, zo-even, zonet / Bijwoorden, adverbia : net, pas, juist, daarnet, zojuist, zopas, daarjuist, zo-even, zonet
- Exercice grammatical / Grammatica-oefening
- Formation du participe passé / Vorming van het voltooid deelwoord, vorming van het participium
---------------
Grammatica-oefening / Exercice grammatical
De v.t.t. (voltooid tegenwoordige tijd), het perfectum / Le passé composé
+ bijwoorden, adverbia / adverbes :
net, pas, juist, daarnet, zojuist, zopas, daarjuist, zo-even, zonet
Zet de werkwoorden (verba) in de v.t.t. (de voltooid tegenwoordige tijd = het perfectum.
Mets les verbes au passé composé.
01) Ik .................... net .................... op zijn antwoord. (reageren)
02) Ze .................... pas .................... . (aankomen)
03) Wij .................... haar juist .................... . (redden)
➛ woordenschat : redden : sauver
04) Dat boek .................... pas .................... . (verschijnen)
➛ woordenschat : verschijnen : paraître
05) Ik .................... daarnet een pizza .................... . (eten)
06) Ze .................... me zojuist .................... . (bellen)
➛ woordenschat : bellen : téléphoner, sonner
07) De arbeiders .................... zopas .................... met de renovatie van de jeugdherberg.(beginnen)
➛ woordenschat : de arbeider : l'ouvrier / de jeugdherberg : l'auberge de jeunesse
08) Hij .................... daarjuist twee mooie vissen .................... . (vangen)
➛ woordenschat : vangen : attraper
09) Ze .................... zo-even .................... (zeggen) dat het probleem inmiddels opgelost is.
➛ woordenschat : inmiddels : entre-temps / oplossen : résoudre
10) Ze .................... zonet haar vrienden en vriendinnen .................... . (begroeten)
➛ woordenschat : begroeten : saluer
---------------
OPLOSSINGEN / SOLUTIONS
01) Ik heb net op zijn antwoord gereageerd.
02) Ze is/zijn pas aangekomen.
03) Wij hebben haar juist gered.
04) Dat boek is pas verschenen.
05) Ik heb daarnet een pizza gegeten.
06) Ze heeft/hebben me zojuist gebeld.
07) De arbeiders zijn zopas begonnen met de renovatie van de jeugdherberg.
08) Hij heeft daarjuist twee mooie vissen gevangen.
09) Ze heeft/hebben zo-even gezegd dat het probleem inmiddels opgelst is.
10) Ze heeft zonet haar vrienden en vriendinnen begroet.
---------------
Pinterest : Oefening : de v.t.t., het perfectum + bijwoorden : net, pas, juist / jpeg-formaat
Doctissimo : Exercice : le passé composé + adverbes : net, pas, juist / format JPEG
De v.t.t., het perfectum + bijwoorden : net, pas, juist / pdf-formaat
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire