- Emploi du présent, emploi de l'indicatif présent (présent de l'indicatif) / Gebruik van de o.t.t. (onvoltooid tegenwoordige tijd), gebruik van het presens
- Adverbes : pas, net, daarjuist, zojuist / Bijwoorden, adverbia : pas, net, daarjuist, zojuist
- Exercice grammatical / Grammatica-oefening
- Conjugaison / Vervoeging, conjugatie
---------------
Grammatica-oefening / Exercice de grammaire
De o.t.t. (onvoltooid tegenwoordige tijd), het presens / Le présent, l'indicatif présent
+ bijwoorden, adverbia / adverbes :
pas, net, daarjuist, zojuist
Ter herinnering : het nabije verleden kan soms uitgedrukt worden door de o.t.t. (onvoltooid tegenwoordige tijd) of het presens
Pour rappel : le passé récent peut parfois s'exprimer à l'aide du présent.
Zet de werkwoorden (verba) in de o.t.t. (de onvoltooid tegenwoordige tijd = het presens).
Mets les verbes au présent.
01) Ik .................... (horen) daarjuist dat de trein gederailleerd is.
➛ woordenschat : horen : apprendre, entendre dire
02) Ik .................... (realiseren) me zojuist dat ik geen echte vrienden meer .................... (hebben).
➛ woordenschat : zich realiseren : se rendre compte (de), réaliser / echt : vrai
03) Je .................... (zeggen) net het tegenovergestelde !
➛ woordenschat : het tegenovergestelde : le contraire
04) De politie .................... zojuist ................... (bekendmaken) dat het slachtoffer een 42-jarige man uit Delft .................... (zijn).
➛ woordenschat : bekendmaken : annoncer / het slachtoffer : la victime
05) Ze .................... (begrijpen) pas dat haar collega oneerlijk .................... (zijn).
➛ woordenschat : oneerlijk : malhonnête
06) We .................... (horen) net dat hij een ongeluk heeft gehad.
➛ woordenschat : het ongeluk : l'accident
07) Het .................... (zijn) een heel ander verhaal dan wat jij zojuist .................... (beweren) !
➛ woordenschat : het verhaal : l'histoire / beweren : prétendre
08) Ik .................... (vernemen) pas dat de twee tennisspeelsters binnenkort een wedstrijd tegen elkaar zullen spelen.
➛ woordenschat : vernemen : apprendre / binnenkort : prochainement / de wedstrijd : le match, la rencontre
---------------
OPLOSSINGEN / SOLUTIONS
01) Ik hoor daarjuist dat de trein gederaillerd is. [Je viens d'apprendre que le train a déraillé.]
02) Ik realiseer me zojuist dat ik geen echte vrienden meer heb. [Je viens de réaliser que je n'ai plus de vrais amis.]
03) Je zegt net het tegenovergestelde ! [Tu viens de dire le contraire !]
04) De politie maakt zojuist bekend dat het slachtoffer een 42-jarige man uit Delft is. [La police vient d'annoncer que la victime est un homme de 42 ans, originaire de Delft.]
05) Ze begrijpt pas dat haar collega oneerlijk is. [Elle vient de comprendre que son collègue est malhonnête.]
06) We horen net dat hij een ongeluk heeft gehad. [Nous venons d'apprendre qu'il a eu un accident.]
07) Het is een heel ander verhaal dan wat jij zojuist beweert ! [C'est une tout autre histoire que ce que tu viens de prétendre !]
08) Ik verneem pas dat de twee tennisspeelsters binnenkort een wedstrijd tegen elkaar zullen spelen. [Je viens d'apprendre que les deux joueuses de tennis joueront prochainement un match l'une contre l'autre.]
---------------
Pinterest : Oefening : de o.t.t., het presens + bijwoorden : net, pas, juist / jpeg-formaat
Doctissimo : Exercice : indicatif présent + adverbes : net, pas, juist / format JPEG
Oefening : de o.t.t., het presens + bijwoorden : net, pas, juist / pdf-formaat
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire