- Usage lexical en Flandre (Belgique) et aux Pays-Bas / Lexicaal gebruik in Vlaanderen (België) en Nederland
- Question linguistique : emploi de certains verbes dans la langue écrite (langue formelle) et la langue parlée (langue informelle) / Taalvraag : gebruik van werkwoorden (verba) in de schrijf- en spreektaal (formele en informele taal)
- Vocabulaire néerlandais-français / Woordenschat Nederlands-Frans
Kwakelbrug met speeltoren, Edam
---------------
SCHRIJFTAAL (of FORMELE TAAL) en SPREEKTAAL (of INFORMELE TAAL) in Vlaanderen (België) en Nederland
SCHRIJFTAAL (of FORMELE TAAL) en SPREEKTAAL (of INFORMELE TAAL) in Vlaanderen (België) en Nederland
LANGUE ECRITE (ou LANGUE FORMELLE) et LANGUE PARLEE (ou LANGUE INFORMELLE) en Flandre (Belgique) et aux Pays-Bas
De meeste woorden uit de spreektaal kunnen bijna altijd worden geschreven. Woorden uit de schrijftaal worden relatief weinig in de spreektaal gebruikt. Als een woord (of een vorm) zich in de kolom 'SCHRIJFTAAL' bevindt, betekent dat toch niet dat het volledig uitgesloten wordt van de spreektaal, maar gewoon dat het naargelang de gewoontes van de taalgebruikers minder vaak gehanteerd wordt in de alledaagse taal dan het overeenkomende woord in de kolom 'SPREEKTAAL'.
La plupart des mots de la langue parlée peuvent presque toujours s'écrire. Les mots de la langue écrite s'emploient relativement peu dans la langue parlée. La présence d'un mot (ou d'une forme) dans la colonne 'SCHRIJFTAAL' ne signifie cependant pas qu'il soit complètement exclu de la langue parlée, mais simplement que son emploi est, selon les habitudes des locuteurs, moins fréquent dans la langue usuelle que son correspondant de la colonne 'SPREEKTAAL'.
WERKWOORDEN / VERBA
VERBES
SCHRIJFTAAL (FORMELE TAAL) ⇒ SPREEKTAAL (INFORMELE TAAL)
⇒ VERTALING in het Frans
⇒ VERTALING in het Frans
LANGUE ECRITE (LANGUE FORMELLE) ⇒ LANGUE PARLEE (LANGUE INFORMELLE) ⇒ TRADUCTION en français
01. zich begeven naar ⇒ gaan naar ⇒ se rendre à, aller à
02. behoeven (1) ⇒ hoeven ⇒ être nécessaire
03. behoren tot, bij ⇒ horen bij ⇒ convenir à, appartenir à
04. bemerken ⇒ merken ⇒ remarquer
05. zich bevinden ⇒ zijn, staan, zitten ⇒ se trouver, être
06. bezitten ⇒ hebben ⇒ posséder, avoir
07. iemand bezoeken, een bezoek brengen aan iemand ⇒ iemand opzoeken, bij iemand op bezoek komen, bij iemand een visite maken ⇒ rendre visite à quelqu'un, aller voir quelqu'un
08. eindigen, beëindigen (2) ⇒ klaar zijn, uitscheiden, ophouden, stoppen ⇒ finir, terminer
09. gelukken (1) ⇒ lukken ⇒ réussir
10. geraken (2) ⇒ raken ⇒ devenir, être, se retrouver (dans) [in moeilijkheden geraken : se retrouver dans des difficultés; gewond raken : se blesser, être blessé]
11. geschieden (1) ⇒ gebeuren ⇒ se passer, se produire, avoir lieu
12. gevoelen (1) ⇒ voelen ⇒ (res)sentir
13. grijpen, vangen ⇒ pakken ⇒ attraper, saisir
14. zich haasten ⇒ opschieten, hard(er) lopen ⇒ se presser, se dépêcher, presser le pas
15. herstellen ⇒ maken, repareren ⇒ réparer
16. leiden naar, voeren naar ⇒ brengen naar ⇒ mener à, conduire à
17. menen ⇒ denken, vinden ⇒ penser, croire, trouver
18. iets ontvangen ⇒ iets krijgen (3) ⇒ recevoir quelque chose
19. openen ⇒ openmaken, opendoen ⇒ ouvrir
20. de hand reiken ⇒ een hand geven ⇒ donner la main, tendre la main
21. spreken ⇒ praten ⇒ parler
22. stilhouden, stilstaan ⇒ blijven staan, stoppen ⇒ s'arrêter
23. strijden (2) ⇒ vechten ⇒ combattre, lutter
24. tonen (2) ⇒ laten zien ⇒ montrer, faire voir
25. treffen ⇒ raken ⇒ atteindre, toucher
26. verbergen ⇒ verstoppen, wegstoppen ⇒ cacher, dissimuler
27. verklaren, uitleggen ⇒ duidelijk maken ⇒ expliquer
28. vernemen ⇒ horen, te weten komen ⇒ apprendre [une nouvelle], entendre dire (que), être informé de
29. verschrikken (2) ⇒ doen schrikken ⇒ effrayer
30. vertrekken ⇒ (weg)gaan ⇒ partir, s'en aller
31. iets vrezen, voor iets vrezen ⇒ voor iets bang zijn, van iets bang zijn ⇒ craindre quelque chose, avoir peur de quelque chose
32. wekken ⇒ wakker maken ⇒ (r)éveiller
33. wenden ⇒ draaien, keren ⇒ tourner
34. werpen (2) ⇒ gooien ⇒ jeter
35. zenden (2) ⇒ sturen ⇒ envoyer
---------------
(1) Niet gebruikelijk in de spreektaal in Nederland.
(2) Weinig gebruikelijk in de spreektaal in Nederland, behalve in bepaalde gevallen.
(3) Maar er wordt altijd gezegd : iemand ontvangen.
---------------
Pinterest : Document 'Schrijftaal & Spreektaal 2' / jpeg-formaat
Doctissimo : Document 'Schrijftaal & Spreektaal 2' / format JPEG
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire