- Exercices de grammaire en néerlandais / Nederlandse grammatica-oefeningen
- Grammaire néerlandaise / Nederlandse grammatica, Nederlandse spraakkunst
- Pronom 'ON' / Voornaamwoord 'MEN'
- Voix passive / Lijdende vorm, passieve vorm
---------------
Mettez à la voix passive. / Zet in de passieve vorm.
01. Men doet veel aan recycling.
→ Er wordt .....................................................................
woordenschat : de recycling : le recyclage
02. Men zegt niets over de kwaliteit van dat product!
→ ....................................................................................
03. Men antwoordde niet onmiddellijk op de vraag.
→ ....................................................................................
woordenschat : onmiddellijk : immédiatement
04. Men heeft misschien een foutje gemaakt.
→ ....................................................................................
05. Men zal zeker rekening houden met de leeftijd van de kandidaten.
→ ....................................................................................
woordenchat : rekening houden met : tenir compte de
06. Men praat nooit over de dood.
→ ....................................................................................
woordenschat : de dood : la mort
07. Men praatte nooit over de herkomst van de ingrediënten.
→ ....................................................................................
woordenschat : de herkomst : l'origine
08. Men zou met dit bedrijf samenwerken.
→ ....................................................................................
woordenschat : het bedrijf : l'entreprise
09. Men had niets geleerd van het verleden.
→ ....................................................................................
woordenschat : het verleden : le passé
10. Men waarschuwt voor het gevaar van sigaretten.
→ ....................................................................................
woordenschat : het gevaar : le danger
11. Men verkocht verse eieren op de markt.
→ ....................................................................................
12. Men produceerde een alcoholvrij bier.
→ ....................................................................................
woordenschat : alcoholvrij : sans alcool
13. In het begin nam men een afwachtende houding aan.
→ ....................................................................................
woordenschat : de afwachtende houding : l'attitude d'attente
14. Men bouwde kleine huisjes langs het strand.
→ ....................................................................................
15. Men organiseert geen feesten meer.
→ ....................................................................................
16. Men bracht bordjes met taart aan tafel.
→ ....................................................................................
17. Men dacht aan de gevolgen van de huidige financiële crisis.
→ ....................................................................................
woordenschat : het gevolg : la conséquence / huidig : actuel
18. Men bakte gisteren lekkere pannenkoeken.
→ ....................................................................................
woordenschat : de pannenkoek : la crêpe
19. Men heeft stapels brochures gestuurd naar scholen in Amsterdam.
→ ....................................................................................
woordenschat : de stapel : le tas, la pile
20. Men gebruikt nooit kleurstoffen of bewaarmiddelen.
→ ....................................................................................
woordenschat : de kleurstof : le colorant / het bewaarmiddel : le (produit) conservateur
---------------
Solutions / Oplossingen
01. Er wordt veel aan recycling gedaan.
02. Er wordt niets over de kwaliteit van het product gezegd.
03. Er werd niet onmiddellijk op de vraag geantwoord.
04. Er is misschien een foutje gemaakt.
05. Er zal zeker rekening worden gehouden/gehouden worden met de leeftijd van de kandidaten.
06. Er wordt nooit over de dood gepraat.
07. Er werd nooit over de herkomst van de ingrediënten gepraat.
08. Er zou met dit bedrijf worden samengewerkt/samengewerkt worden.
09. Er was niets geleerd van het verleden.
10. Er wordt voor het gevaar van sigaretten gewaarschuwd.
11. Er werden verse eieren op de markt verkocht.
12. Er werd een alcoholvrij bier geproduceerd.
13. In het begin werd er een afwachtende houding aangenomen.
14. Er werden kleine huisjes langs het strand gebouwd.
15. Er worden geen feesten meer georganiseerd.
16. Er werden bordjes met taart aan tafel gebracht.
17. Er wordt aan de gevolgen van de huidige financiële crisis gedacht.
18. Er werden gisteren lekkere pannenkoeken gebakken.
19. Er zijn stapels brochures gestuurd naar scholen in Amsterdam.
20. Er worden nooit kleurstofffen of bewaarmiddelen gebruikt.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire