jeudi 17 janvier 2019

Exercice grammatical : het wederkerend voornaamwoord en het wederkerig voornaamwoord; le pronom réfléchi et le pronom réciproque / grammatica-oefening / néerlandais; Nederlands

  • Le pronom réfléchi : me, je, zich, ons, je, zich ... / Het wederkerend voornaamwoord, het reflexief pronomen : me, je, zich, ons, je, zich ...
  • Le pronom réciproque : elkaar, mekaar / het wederkerig voornaamwoord, het reciprook pronomen: elkaar, mekaar
  • Les verbes réfléchis et réciproques / De wederkerende en wederkerige werkwoorden, de reflexieve en reciproke werkwoorden (verba)
  • Grammaire néerlandaise : exercice grammatical / Nederlandse grammatica, Nederlandse spraakkunst : grammaticale oefening
  • Niveaux : 4N1, 5N1, 5N2 / Niveaus : 4N1, 5N1, 5N2
---------------
 Grammatica-oefening  /  Exercice grammatical 
Vervoeg de wederkerende en wederkerige werkwoorden
Conjugue les verbes réfléchis et réciproques
---------------
OPLOSSINGEN  SOLUTIONS 
1. Ze amuseren zich.
2. Ze draaien zich om.
3. Ze groeten elkaar.
4. Ze helpen elkaar.
5. Ze maakt zich op.
6. Hij kleedt zich aan.
7. Hij verveelt zich.
8. Ze haten elkaar.
9. Ze excuseert zich.
10. Ze vechten met elkaar.
11. Hij scheert zich.
12. Ze schminkt zich.
13. Ze concentreert zich.
14. Ze bellen elkaar op.
15. Ze verbergen zich.
16. Ze houden van elkaar.
17. Ze bekijkt zich.
Pinterest : Exercice de grammaire 'het wederkerend voornaamwoord en het wederkerig voornaamwoord'
Doctissimo : grammatica-oefening 'het wederkerend voornaamwoord en het wederkerig voornaamwoord'

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire